Reisverslag - Zwemmen bij de Zapatisten

Raf

De foto toont de ingang van de Caracol in Oventik (foto Greet Brauwers)

Ineens, een kwarteeuw geleden, popten in Zuid-Mexico de Zapatisten op, het opstandige leger van de boeren met de bivakmutsen. Anders dan we geneigd zijn te denken, en in weerwil van een harde repressie, bestaan de Zapatisten nog altijd. Vandaag zijn ze integraal onderdeel van de Mexicaanse realiteit. Dat komt ook omdat dit deel van het land zich nooit heeft laten onderwerpen.

Kort reisverslag

Toen de Spanjaarden vanuit Cuba binnendrongen in Yucatan om het gebied te veroveren, troffen ze in Palenque alleen nog een spookstad aan. Maar indrukwekkend was ze wel, met haar enorme maya-pyramides en paleizen. De bouwwerken waren een gril van de maya-heerser Pakal en zijn nazaten die de paleizen bewoonden en zich in de pyramiden lieten begraven. Op het hoogtepunt van die cultuur woonden er om en bij de 50.000 mensen in Palenque. Maar eeuwen voor de komst van de Spanjaarden liep Palenque leeg. Er viel niet meer te leven. De vorsten hadden het woud doen kappen om de kalk te stoken waarmee de mortel voor de bouwwerken was gemaakt. De gronden waren op, de mensen trokken weg. Zo vertellen het de gidsen die in Palenque de toeristen rondleiden.

Deze streek in het Noorden van de deelstaat Chiapas heeft nog een andere attractie, de watervallen van Roberto Barrios. Je komt er in drie kwartier vanuit Palenque, met een collectivo, een kleine taxi-bus. De watervallen dalen in cascade af in de Rio Bascan met onder aan elke trap een prachtige turkooizen poel waarin het feestelijk zwemmen is. Op de kant is een fotoshoot aan de gang. De crew verplaatst zich van het ene uitkijkpunt naar het andere, altijd met de rivier op de achtergrond, en het model moet maar zien hoe zij met haar ruime roze trouwjurk de ploeg tussen de bomen kan bijbenen.

Rare setting voor zo'n fotoshoot. Wie bij het binnenrijden van Roberto Barrios aandachtig heeft opgelet, heeft in het voorbijrijden namelijk een bord met een merkwaardig opschrift gezien. Esta Usted en Territorio Zapatista Rebelde, staat erop, 'U bevindt zich in opstandig Zapatisten-territorium'. Verderop in het dorp is van enige rebelse organisatie niets te zien. Maar Roberto Barrios is geen dorp als een ander.

Op de terugweg naar Palenque kruist de colectivo een pickup en de twee chauffeurs beginnen een conversatie met elkaar via de CB-radio. Ze voeren het gesprek niet in een inheemse taal maar in het Spaans en alle passagiers kunnen meeluisteren. Iedereen begrijpt dat Roberto Barrios in rep en roer staat. Enkele dagen eerder zijn gewapende mannen rond 11 uur 's nachts binnengevallen in het huis van een inwoner van Roberto Barrios. Er is geschoten, de bewoner is geraakt en nadien in het ziekenhuis aan zijn wonden bezweken. De chauffeur van de taxi-bus is ferm. Dit is onaanvaardbaar, een delegatie van de bewoners is in Palenque met het gerecht aan het praten, Roberto Barrios eist een grondig onderzoek en gerechtigheid, 'en komen die er niet dan gaan we tot actie over'.

De volgende dag komt de krant Diario de Palenque met details. Volgens de krant was het slachtoffer in een oud geschil betrokken en zou hij worden ondervraagd. De Procureur beweert dat hij een wapen getrokken zou hebben. Maar wie heeft hem gedood ? De procureur spreekt over 'elementen die een bevel tot medeneming uitvoerden'. De familie beschuldigt ministeriales van de moord : agenten van het openbaar ministerie.

Misschien was de schietpartij in Roberto Barrios een zoveelste provocatie aan het adres van de Zapatisten, misschien ook niet. Maar het incident illustreert wel de sfeer in Chiapas, de staat waar het Zapatisme zich in 1994 aan de wereld toonde. Ook al wordt dit Zuidelijkste stuk van Mexico het veiligste van het land genoemd, ook hier dreigt er overal geweld. Kennelijk houdt het Zapatisme zich dus staande in een omgeving die bijzonder vijandig is. Want de beweging staat met haar experiment voor een autonome, demokratische en anti-kapitalistische mini-maatschappij lijnrecht tegenover de gevestigde belangen van Mexico. En die belangen zetten alle middelen in om hun rijk te vereeuwigen.

San Cristobal de las Casas

Midden juli viert San Cristobal de las Casas zijn patroonheilige Sint-Kristoffel, die de reizigers en de vervoerders beschermt. Op de top van een heuvel boven de stad knallen vandaag zonder ophouden vuurpijlen in de lucht. Voor het kerkje schuift een lange stoet met ballonnen versierde taxi's en camions aan. De pastoor bekwispelt ze één voor één met wijwater, uit een groen emmertje van plastic.

San Cristobal is een eeuwenoude Spaanse koloniale stad, zoals je er in Latijns-Amerika meer vindt : een plattegrond van rechte huizenblokken en straten met huizen zonder verdieping en, in de rijke huizen, een frisse binnenkoer. Een stuk koeler is het hier, dan in de broeierige steden van Yucatan. Want San Cristobal ligt in het midden van Chiapas in een pan in het gebergte, op zo'n 2000 meter hoogte.

Op 1 januari 1994, zo wil het de overlevering, bekwam San Cristobal nog van het Oudejaar toen een leger van met bivakmutsen getooide strijders de stad innam. De datum was niet willekeurig gekozen, want op deze eerste januari werd NAFTA van kracht, de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst waarmee de Mexicaanse regering haar land en bevolking ter beschikking stelde van de kapitalen uit de VS. Aan dat bestel verklaarden de Zapatisten de oorlog, met een eerste manifest. Ze zeiden dat ze naar de hoofdstad zouden oprukken om het land te bevrijden van een systeem dat de bevolking onderdrukte, zoals dat al eeuwen het geval was. 'Vandaag zeggen we : genoeg ! Hoy Decimos ¡BASTA!' Zo leerde de wereld de Zapatisten kennen.

De beweging verscheen als vanuit het niets. Maar ze sproot voort uit de onderdrukking van de inheemse bevolking van Chiapas en ze was jarenlang in het geheim voorbereid. Het EZLN, het Zapatistische Bevrijdingsleger, was al in 1983 opgericht. Zijn kopstuk was een revolutionair marxist die zich Sub-comandante Marcos noemde. Het EZLN haalde zijn naam bij Emiliano Zapata, leider van een boerenopstand die vocht voor een algemene landhervorming in 1910. En deze nieuwe beweging was en blijft een manifestatie van de opstandigheid onder de inheemse boeren. Ze inspireert zich zowel aan hun inheemse kosmovisie als aan principes van een eigenzinnig demokratisch socialisme. Bij de Zapatisten beveelt het volk, de leiders moeten luisteren. Zo staat het ook op het bord in Roberto Barrios : Aqui Manda El Pueblo y el Gobierno Obedece, 'hier beveelt het volk en de regering gehoorzaamt'. De Zapatisten willen een beweging blijven : autonoom, op zichzelf staand, volgens beginselen die ze op zichzelf bedachten en ontwikkelden, en - in weerwil van de oproep tot nationale bevrijding van 1994 -zonder de ambitie om zich in de nationale politiek te verwikkelen en te ijveren naar het veroveren van de macht over de staat.

Caracoles

De jaren na de opstand waren extreem moeilijk. Het establishment probeerde de beweging de kop in te slaan. Het leger begon een open oorlog. En de militairen, de rechtse politici en de reactionnaire ondernemers richtten para-militaire moordbendes op. Mainstream media hebben al ettelijke keren gezegd en gezworen dat de Zapatisten dood zijn. Het was allemaal moeite voor niets. Sinds tien-vijftien jaar bouwt de beweging integendeel in relatieve autonomie zijn bases uit. In 2003 richtte het EZLN vijf caracoles op en evenveel Raden van Goed Bestuur.

Nu blijkt ook Roberto Barrios zo'n caracol te zijn, een lokaal steunpunt. De andere zijn Oventik, La Garrucha, La Realidad en Morelia, alle in de deelstaat Chiapas. Vanuit San Cristobal is Oventik het makkelijkst bereikbaar. Het ziet eruit als een kamp, met een ingangspoort en een slagboom en gemaskerde bewakers. Soms laten ze er bezoekers naar binnen, meestal niet. Om als buitenlander met de Zapatisten in contact te komen, heb je goeie introducties nodig. En dan nog bepaalt de actualiteit van het moment in elke caracol of ze je daar willen en kunnen ontvangen.

De situatie in Chiapas is onvoorspelbaar, er doen zich voortdurend incidenten voor. Soms zijn het gerichte politieke aanslagen, zoals in mei 2014 toen in La Realidad de Zapatisten-leider 'Galeano' werd vermoord. Maar dikwijls speelt een wirwar van spanningen die lang hebben opgehoopt. Zo bij voorbeeld in Acteal. In december 1997 brachten para-militairen daar 45 kerkgangers om het leven, allemaal mensen uit de tzotzile gemeenschap die behoorden tot een groep die zich Las Abejas noemde. Maar de para-militairen waren ook tzotzile.

De vermoorde mensen waren naar Acteal gevlucht vanuit andere dorpen in de omgeving waar ze continu gevaar liepen. Voor de slachtoffers is een mausoleum opgericht op een terrein dat door een dorpeling is afgestaan. Daarover is later een geschil ontstaan dat nu uitbarst. De kinderen van de eigenaar eisen die lap grond terug. Dit jaar in april begonnen de erfgenamen het mausoleum te slopen. Er zijn toen ook schoten gelost, vanuit het huis van een plaatselijk politicus die lid is van de Partido Verde Ecologista de Mexico (PVEM).

In Acteal zijn er nu blijkbaar drie groepen : Las Abejas (ongeveer 24 families die de 'civiele maatschappij' uitmaken, de zapatisten (ongeveer 24 families) en de 'Sembradores de Paz' (20 families). Deze laatsten zijn politiek verbonden met de PVEM en de PRI (de rechtse Partido Revolucionario Institucional, die 71 jaar lang, van 1929 tot 2000 zonder onderbreking in Mexico aan de macht is geweest). Zo flakkert na 20 jaar een tragisch incident opnieuw tot een politieke kwestie op.

Fragiele eilanden

Vanop een afstand denk je : de Zapatisten controleren een uitgestrekt bevrijd gebied. Maar in werkelijkheid is hun autonomie fragiel. Ze leven naast en met andere fracties, waarmee ze al of niet overeenkomen. En ze hebben de gevestigde machten tegen, die op alle mogelijke manieren hun belangen verdedigen. Ze kopen de dorpelingen om met gunsten en postjes maar onderhouden tegelijk met hun milities een klimaat van terreur.

Dat is de résumé. Maar de realiteit is weer perfider. Een voorbeeld. Overal in Chiapas zie je op de muren de namen van twee stichtingen gekalkt - de Fundacion La Luz de los Pobres en de Fundacion Guirao. Ze hebben een lieflijk imago en doen zogenaamd aan Goede Werken. Maar voortgaand op berichten in de streekpers hebben hun leiders een para-militaire en criminele voorgeschiedenis. In de jaren 1990 waren ze betrokken bij de campagne om het Zapatisme uit te roeien.

De man die de Fundacion Guirao leidt, zat bij een para-militaire groep met banden met de PRI. Later is hij naar de politiek overgestapt en bracht hij het tot federaal Kamerlid van de PVEM. La Luz de los Pobres is een vehikel van een patser (een cacique) uit een familie die enorme stukken land van inheemse gemeenschappen had gestolen om er suiker te planten. Toen die gemeenschappen zich begonnen te verweren en met het Zapatisme sympathiseerden, sloeg ook hij met een militie terug.

Eind de jaren 1990 opereerden er overal in Zuid-Mexico van zulke milities. Het leger en de goeverneurs van de deelstaten dekten hen. Ze spanden samen in de repressie van de opstand. Die repressie is diffuser misschien, vandaag, maar ze duurt voort en de gevestigde machten laten nog altijd milities het vuile werk doen.

En toch bouwt de beweging van de Zapatisten verder aan zijn stijl en structuren. In 2005 publiceerde ze een zesde manifest waarin ze voorstelt de strijd van de inheemse gemeenschappen te koppelen aan een nationale, linkse basisbeweging die moet uitmonden in een vergadering die de Grondwet verandert. Daaruit kwamen opeenvolgende congressen van inheemse volkeren voort. En toen het Nationale Congres van Inheemse Volkeren (de CNI) van Mexico in 2017 tot de verrassing van velen de volksvrouw Marichuy naar voor schoof als de inheemse kandidate voor het presidentschap, schaarden de Zapatisten zich meteen achter haar. Het was een symbolische kandidatuur. Niemand geloofde echt dat Marichuy ook op de bulletins zou staan voor de verkiezingen van juli 2018. Het politieke systeem nam haar kandidatuur niet eens in aanmerking. Maar het is ook met zulke initiatieven dat de onderstroom in Mexico geduldig federeert.

Universiteit van het Land

Het geduld leidt tot opmerkelijke realisaties. In een buitenwijk van San Cristobal de las Casas heeft de beweging een vakschool gesticht, het Centro Indigena de Capacitacion Intégral (CIDECI), in een domein dat haar toebehoort. CIDECI is een begrip in San Cristobal, er loopt zelfs een aparte lijn van minibusjes naartoe.

Hier leren kinderen uit de inheemse gemeenschappen van Chiapas allerlei stielen : van bakker, schilder en muurdecorator, schoenlapper, muzikant tot architect. De studenten worden door hun gemeenschappen uitgekozen en wonen hier tot drie jaar lang in het internaat. De sfeer is hier bevreemdend. Overal hangen schilderijen, posters, opschriften ; overal klinkt klassieke (Westerse) muziek uit luidsprekers, buiten aan de paviljoenen en binnen in de ateliers ; overal zie je muurschilderingen met verwijzingen naar het Zapatisme en aan het atelier-mekaniek staat een kleine tankwagen van de 'rebelse Zapatistische gemeente' Zinacatan boven de werkschacht.

Dat CIDECI de school van de Zapatisten is, is teveel gezegd. Maar de beweging verspreidt van hieruit wel haar ideeën. In het grote auditorium organiseert ze debatten over de actualiteit van de planeet. Elke donderdag vindt hier een publiek toegankelijk seminarie plaats waar experts hun kennis delen. Dat zijn de initiatieven van de Universiteit van de Aarde.

De direkteur, dokter Raymundo Sanchéz Barraza, vindt tijd voor een kort gesprek. Heel bedachtzaam zet hij dit instituut in een mondiale context. 'We weten hoe slecht de planeet eraan toe is. Welnu,' zegt hij, 'het diepe Zuiden, El Sur Profundo moet aan de handrem trekken. En jullie, de kritische stemmen in het rijke Noorden moeten die omwenteling steunen.'

De beweging blijft zo te horen radikaal anti-kapitalistisch en autonoom. Op 1 juli is Andres Manuel Lopez Obrador (AMLO) verkozen tot de nieuwe president van Mexico ; met een comfortabele meerderheid, die toont dat tientallen miljoenen kiezers hopen dat AMLO korte metten maakt met de corruptie en het potverteren van het Mexicaanse establishment. Even circuleerde het bericht dat AMLO gesprekken had aangeknoopt met de Zapatisten, hetgeen door de beweging even snel kategoriek werd ontkend.

Gaat AMLO anders regeren dan de voorgangers van de PRI en de PAN, die een eeuw lang de dienst hebben uitgemaakt ? De man treedt aan in december, en kan dan zijn beloften beginnen waarmaken. Maar de Zapatisten geven hem zelfs niet het voordeel van de twijfel. AMLO bouwde de laatste jaren zijn eigen partijstruktuur uit, de Movimiento Regeneración Nacional, kortweg MORENA, 'de hoop van Mexico'. Zijn rechterhand en toekomstig kabinetschef is miljonair en magnaat Adolfo Romo, bekend van onder andere de winkelketen OXXO waarvan je in elk dorp in Mexico een warenhuis vindt.

Twijfels over het tweespan AMLO-Romo zijn in de mainstream media geuit, tot in de Wall Street Journal toe, ook zonder twijfel om de kandidaat van links te bekladden. Maar ook daarzonder zouden de Zapatisten zich ver van de klassieke politiek houden.

Het scepticisme zit ingebakken in Chiapas en de andere deelstaten in het Zuiden van Mexico. Hun geschiedenis is doorspekt met verhalen van onderdrukking, maar ook van verzet. Toen de Spanjaarden kwamen, leefden er nog een klein miljoen Maya's in Yucatan in Zuid-Mexico. Twee eeuwen later waren ze nog met minder dan 150.000. Uitgeroeid door de veroveraars, uitgedund door de ziekten die de veroveraars vergezelden. Maar op geen enkel moment legden de Maya's en hun nazaten zich neer bij de invasie en de kolonisatie. De opstanden volgden elkaar op. Tussen de 16de en de 18de eeuw waren er liefst 14 en vaak richtten de opstandelingen hun autonome rebellenterritoria in. De Spanjaarden kregen de indigenas er niet onder en de Mexicaanse aristocratie evenmin. Toen Mexico onafhankelijk was en de nieuwe republiek zich meester waande over het volk, brak ook hier in 1847 de 'Kastenoorlog' uit.  Die duurde tot begin de Twintigste Eeuw. Die geschiedenis is bekend in Zuid-Mexico. En is ze dat niet, dan diept een beweging zoals die van de Zapatisten haar nu opnieuw op.