Leven zonder soja, leven zonder Monsanto ?

Raf Custers, Greet Brauwers

 

Kunnen we zonder soja leven? Die vraag stelt de Argentijnse editie van Le Monde Diplomatique deze maand. Het blad stelde een dossier samen met drie artikels over soja. Is de aanleiding soms de Wereldactiedag tegen Monsanto op 24 mei? In dat geval bewijst ‘El Diplo’ een dienst aan Monsanto; hij maakt het ook moeilijker om de rol van Monsanto in de sojateelt te begrijpen. Het dossier is namelijk onevenwichtig.

 

Het hoofdartikel is geschreven door de economist Claudio Scaletta. Hij legt uit dat de landbouwsector in Argentinië reageerde op de wereldvraag naar proteïnen. Daardoor kende de sojaproductie een enorme expansie. Argentinië is de derde producent van soja geworden. Die transformatie was al een tijd bezig toen in 1996 voor het eerst genetisch gemodificeerde soja werd gebruikt. Monsanto heeft deze ‘transgene soort’ gefabriceerd. Monsanto maakt ook de onkruidverdelger Roundup, waarvan glifosaat de actieve substantie is. Karakteristiek aan de transgene soja van Monsanto is dat ze immuun is voor de Roundup van Monsanto. Sproei je Roundup, dan gaat het onkruid dood maar de soja groeit voort.

 

Scaletta wijst op een paradox. Wie geen transgene soja zaait, zou namelijk méér herbiciden moeten sproeien, terwijl er voor velden mèt transgene soja maar één herbicide gesproeid moet worden, namelijk glifosaat. Mèt transgene soja zou er dus minder van dat giftig spul gesproeid moeten worden. Maar, ‘lamentablemente’ zoals men in Argentinië zegt, pakt het in de werkelijkheid compleet anders uit. En dat vermeldt Scaletta niet.

 

Alle (!) in Argentinië geteelde soja is nu genetisch gemodificeerd. De voorbije twee decennia nam de oppervlakte om soja te telen met 50 procent toe en het rendement per hectare met 30 procent. Maar er is wel acht keer meer gif gesproeid: 858 procent méér, dat is het cijfer dat onderzoekers van de Medische Faculteit van de Universidad Nacional de Cordoba berekenden. Daarvoor zijn er verscheidene verklaringen. De boeren zouden bijvoorbeeld meer sproeien dan de aangewezen doses. Een andere verklaring is dat er met de tijd ook onkruid resistent is geworden voor het glifosaat. Om nu al het onkruid in de sojavelden uit te roeien, moet er dus méér gif gespoten worden. Dat heeft dramatische gevolgen voor de mensen die naast de besproeide velden wonen.

 

Het blijkt dat het massale gebruik van de sproeimiddelen de gezondheid van die mensen aantast. Hele dorpen worden ziek. Het aantal kankers ligt er veel hoger dan elders in Argentinië. Dat geldt ook voor aandoeningen van het zenuwstelsel, allergieën, astma, huidziekten enzovoort. In Argentinië staan deze dorpen bekend als pueblos fumigados, ‘vergaste dorpen’ zo men wil.

 

Het leven van Esther Quispe, Lucas Vaca en honderden andere inwoners van Malvinas Argentinas veranderde radicaal in juni 2012. De Argentijnse presidente Cristina Fernández de Kirchner kondigde trots de komst van een fabriek van Monsanto aan. Het Amerikaanse biotechnologiebedrijf wil in Malvinas de grootste fabriek voor transgeen maïszaaigoed in Zuid-Amerika bouwen. (Reportage binnenkort op Soulpress.be)

Bronnen :

- Claudio Scaletta, Ese yuyo. Pros y contras del cultivo estrella, in: Dossier ¿Podemos vivir sin soja? Le Monde Diplomatique, Buenos Aires, mei 2014

- El consumo de agrotoxicos en Argentina aumenta continuamente, Faculteit Geneeskunde, Universidad Nacional de Cordoba, juni 2013 

- Who benefits from gm crops? An industry built on myths, Friends of the Earth International, april 2014